De ondoorgrondbare mens

Terugkijkend heb ik mij vaak afgevraagd waar het precies fout ging. Wanneer hield een onschuldig spelletje op een spelletje te zijn - of was dat het vanaf het eerste begin al niet? Waar lag het kantelpunt? Ik heb mijn hersens er nachtenlang over gekraakt, maar ik kom er niet uit. Dat is precies het probleem met de echte wereld, weet je: te chaotisch, te diffuus. Geen logbestanden die in een paar milliseconden de errors opsommen.

In zekere zin was wat we deden niet veel anders dan wat de mensheid al eeuwen doet: commercie, marketing, vraag en aanbod. De truc was niet langer het creëren van een aanbod dat inspeelt op de vraag, maar het creëren van vraag naar ons aanbod. De zoektocht naar het gat in de markt was al jaren gestaakt, wij groeven onze eigen gaten. De goudkoorts van de eenentwintigste eeuw.

We begonnen als nietszeggende zoveelste startup, maar we hadden het spelletje al snel door; mensen zijn echt niet zo ondoorgrondbaar als ze denken. Uiteindelijk wil iedereen maar één ding: geloven dat al hun getob en gezwoeg op deze ellendige aardkloot niet voor niets is. Vanaf daar is het een eenvoudige rekensom. Laat mensen geloven dat de wereld hopeloos terminaal is, bied ze vervolgens een sprankje hoop op een zinvol bestaan en zelfs de meest afgestompte cynische klootzak verandert in een hijgerige puppy die je blindelings volgt. Dat is hoe Jezus het voor elkaar kreeg een geavanceerde beschaving in honderden jaren duisternis en gesteggel over een heilige stad te storten. Dat is waarom jonge moslims zichzelf opblazen op temidden van rijke westerlingen die wijn drinken in de zon.

De code was al lang gekraakt, maar wij hadden iets wat al die andere leiders niet hadden: de rekenkracht van Sillicon Valley. In plaats van de juiste boodschap om een hele massa aan te spreken, hoefden wij alleen maar die ene boodschap te vinden om jou persoonlijk aan te spreken, persoonlijker en directer dan een mens ooit zou kunnen. Het was alsof God zelf tegen je sprak. Ieder zijn eigen God, zijn eigen waarheid.

Maar een wereld met zesmiljard goden, dat blijkt dus niet te werken. Duizenden jaren menselijke beschaving in een paar maanden naar de grond gewerkt, het was angstaanjagend om te zien. Waren we maar echt goden geweest, dan hadden we misschien nog iets kunnen doen.

Verschenen in Volzin nr. 5 - 2018


You'll only receive email when they publish something new.

More from Een Padvinder
All posts