Vasten

Al zo lang ik mij kan herinneren doe ik fanatiek mee aan de vastentijd. Dat begon als kind met niet snoepen en ontwikkelde zich in de loop der jaren steeds verder tot een bijna (of een keer zelfs volledig) celibataire leefwijze. Geen alcohol, geen koffie, geen snacks. Als mensen vroegen waarom ik het deed, vond ik dat vaak lastig uit te leggen. Het had vooral te maken met een vaag besef dat het goed is om jezelf los te worstelen uit vastgeroeste gewoontes en afhankelijkheden. Er was ook het vermoeden dat die afhankelijkheden een vlucht waren, hoewel ik niet goed kon vertellen waarvan dan precies.

Dit jaar liep het anders. Nog voor de eerste vastenzondag was ik ondanks mijn goede intenties alweer dronken. De volgende dag stelde ik mijzelf de vraag waarom ik eigenlijk wilde vasten en merkte dat het antwoord dat ik altijd had gegeven ineens niet meer toereikend was. Het vage besef dat ik voor iets vluchtte was nog steeds aanwezig. Maar het mijzelf veertig dagen alle vluchtwegen volledig ontzeggen, om me vervolgens met pasen weer met dubbel enthousiasme op die gewoontes te storten, leek steeds minder een zinvol antwoord op dat besef te zijn.

Zo kwam ik op het idee mijn vasten dit jaar niet te richten op het overwinnen van dat vluchtgedrag, maar op het onderzoeken ervan. In de zoektocht naar de praktische invulling van dat idee kwam ik de tekst ‘A guide to the basic anxiety of life’ tegen. Daarin wordt een ‘basisonbehagen’ omschreven dat ten grondslag ligt aan het continue ‘wegrennen’ en zich manifesteert in verschillende gedaanten: van een plotselinge snacktrek tot een zware depressie. In de tekst werd gesuggereerd eens te proberen niet meteen weg te rennen wanneer je onbehagen voelt, maar juist je aandacht erop te richten om het te leren kennen. Dat is best eng, maar je begint voorzichtig. Observeer het gevoel voor een moment en sta jezelf dan weer toe te rennen. Werk ermee in behapbare porties. Hoe meer ik het probeer, hoe vertrouwder het begint te worden. Op sommige momenten slaag ik erin bij het onbehagen blijven. Het besef dat het gewoon een deel van het leven is dat er altijd zal zijn, werkt dan vreemd genoeg rustgevend en bevrijdend: ik mag even stilstaan, hoef niet altijd te rennen. Op andere momenten lukt het niet en eet ik een pak stroopwafels leeg.

Verschenen in Volzin nr. 3 - 2017


You'll only receive email when they publish something new.

More from Een Padvinder
All posts