De maakbare mens

Als braaf kind van het postmodernisme ben ik altijd een beetje kritisch over het ‘maakbaarheidsgeloof’ dat het fundament vormt voor de moderne samenleving. Het is allemaal mooi hoor, die wolkenkrabbers en iPhones en chemokuren, maar hoe weten we zo zeker dat we van vooruitgang kunnen spreken? Zijn we als mensheid echt verder of beter af dan toen we een duizenden jaren geleden in grotten woonden? Of is al ons geploeter uiteindelijk voor niets en is er, zoals Prediker duizenden jaren geleden al vermoedde, eigenlijk niets nieuws onder de zon?

Zo waar als die gedachte misschien mag zijn, zo verlammend is zij ook. Als het allemaal nergens toe leidt, waarom zou je dan nog ergens je best voor doen? Je kunt net zo goed de hele dag in bed blijven liggen en Netflix kijken, iets wat de postmoderne mens dan ook in toenemende mate graag doet. Voordat een dergelijk cynisme mij zou opeisen, besloot ik snel op zoek te gaan naar een flinke dosis ouderwets maakbaarheidsgeloof voor in mijn leven. En zo vond ik mijzelf totaal onverwacht op een zaterdagochtend in de sportschool. Want – zo redeneerde ik – waar is het geloof in maakbaarheid sterker dan in de kerk van de body builders, sculpters en shapers?

Inmiddels ben ik bijna twee maanden onderweg op mijn ‘reis’ (de religieuze retoriek is er niet van de lucht – een van mijn ‘groeimaatjes’ keek me vol ongeloof aan toen ik hem vertelde dat de uitspraak ‘Behandel je lichaam als een tempel’ niet van fitness-Youtuber Joël Beukers maar uit de Bijbel afkomstig is). En tot mijn eigen verbazing begin ik het steeds leuker te vinden. Daar in de Basic Fit met 45 kilo op mijn schouders ontdek ik een kant van mezelf die ik nog niet kende: Stiekem vind ik het heerlijk om een doel voor ogen te hebben en daar naartoe te werken. En er is weinig bevredigender dan na weken geploeter voorzichtig de eerste kleine beetjes vooruitgang waar te nemen.

In een tijd waarin de druk om iets van je leven te maken soms zo groot is dat het verlammend werkt, kan een beetje tegengeluid geen kwaad; het kan dan goed zijn om te beseffen dat je niet alles in de hand hebt. Maar het omgekeerde kan je evengoed verlammen en blind maken voor de mogelijkheden die je hebt om iets te bereiken. Al is het (om te beginnen) alleen maar een paar grotere spierballen.

Verschenen in Volzin nr. 11 - 2018


You'll only receive email when they publish something new.

More from Een Padvinder
All posts