Een bijzondere oudejaarsavond
August 1, 2018•330 words
Het einde van de wereld was uiteindelijk een verrassend feestelijk gebeuren. Natuurlijk had je de mensen die vooral bezig waren zich af te vragen of we dit allemaal niet hadden kunnen voorkomen. En er waren de eindtijdprofeten met hun fanatieke volgelingen, dat is in zo’n situatie nauwelijks te vermijden. Maar de meesten hadden in het licht van het nogal definitieve karakter van het hele gebeuren een vrolijkheid in zichzelf ontdekt die ze gedurende lange jaren diep hadden begraven onder belangrijke zaken als werk en burgerlijke verantwoordelijkheid. Het oranjecomité had de Voorstraat versierd met zoveel vlaggetjes dat de komeet op sommige plekken volledig aan het zicht werd onttrokken. Tafels en stoelen waren uit huiskamers naar de straten gesleept en gaven de stad een Mediterraanse aanblik, verder versterkt door de etensgeuren die de lucht vulden terwijl men zich voorbereidde op een wereldwijd laatste avondmaal. Er werd gedronken, gerookt, gedanst.
Op initiatief van de burgemeester was er midden in de Voorstraat een enorm gat gegraven waar met behulp van de brandweer een zwembad van was gemaakt. De dikke vrouw van de burgemeester had onder luid gejoel het eerste bommetje gemaakt vanaf de duikplank die uit de gevel van het stadhuis stak. De pastoor was al enkele dagen door niemand gezien. Naar verluid had een van de homo’s uit het stadje hem vlak na bekendmaking van het nieuws met duivelshoorntjes op zijn hoofd gespot bij een van de extravagante feesten die in de verschillende grote steden plaatsvonden.
De laatste uren hadden veel weg van een oudejaarsavond. Vanuit een luidspreker werden de minuten afgeteld terwijl het licht van de komeet steeds feller werd. De lucht kleurde magisch paars en oranje. Precies zeven minuten voor de inslag zette iemand Billy Joel aan op de speaker. De hele stad pakte elkaar bij de schouder en zong met tranen in de ogen: we will all go down together. En in die laatste minuten was de wereld eindelijk, voor heel even, één.
Verschenen in Volzin nr. 8 - 2018